De tijd van de farao's is een van de meest fascinerende periodes in de geschiedenis van de mensheid. Het oude Egypte, bekend om zijn indrukwekkende piramides, mystieke hiërogliefen en machtige farao's, had ook een uniek en complex kalendersysteem. Dit artikel neemt je mee door de tijd van de farao's en onderzoekt hoe zij de tijd bijhielden en welke kalenders zij gebruikten.
De oude Egyptenaren hadden een bijzonder systeem om de tijd te meten. Hun kalender was gebaseerd op de zonnecyclus en bestond uit 365 dagen. Deze dagen waren verdeeld in 12 maanden van elk 30 dagen, met een extra periode van 5 dagen aan het einde van het jaar, die bekend stond als de 'epagomenale dagen'. Deze extra dagen werden toegevoegd om de totale lengte van het jaar te compenseren.
De Egyptische kalender was verder verdeeld in drie seizoenen, elk bestaande uit vier maanden:
De oude Egyptenaren maakten ook gebruik van de sterren om hun kalender te regelen. Een belangrijke ster voor hen was Sirius, die zij 'Sopdet' noemden. De heliakische opkomst van Sirius, die samenviel met de jaarlijkse overstroming van de Nijl, markeerde het begin van het nieuwe jaar.
De kalender had niet alleen een praktische functie, maar ook een religieuze en sociale betekenis. Veel religieuze festivals en rituelen waren gekoppeld aan specifieke data in de kalender. Deze gebeurtenissen waren belangrijk voor het handhaven van de maät, de kosmische orde, die van essentieel belang was voor het welzijn van de samenleving.
De tijd van de farao's en hun kalendersysteem biedt een intrigerend inzicht in hoe een van de oudste beschavingen ter wereld de tijd bijhield en betekenis gaf aan de cycli van de natuur. Door hun observaties van de zon, de maan en de sterren, creëerden de oude Egyptenaren een kalender die zowel praktisch als spiritueel van groot belang was.
Opmerkingen (0)