De islamitische kalender, ook bekend als de Hijri-kalender, heeft zijn oorsprong in het jaar 622 na Christus. Dit is het jaar waarin de profeet Mohammed van Mekka naar Medina migreerde, een gebeurtenis die bekend staat als de Hijra. Deze migratie markeert het begin van de islamitische jaartelling.
De islamitische kalender is een maankalender die uit 12 maanden bestaat, met een totaal van 354 of 355 dagen per jaar. Dit betekent dat het islamitische jaar ongeveer 10 tot 12 dagen korter is dan het gregoriaanse jaar, dat is gebaseerd op de zon. Hierdoor verschuiven islamitische feesten elk jaar ten opzichte van de seizoenen in de gregoriaanse kalender.
Enkele van de belangrijkste islamitische feestdagen zijn:
De islamitische kalender wordt voornamelijk gebruikt voor religieuze doeleinden, zoals het bepalen van de data van Ramadan, Eid al-Fitr, Eid al-Adha en de hadj. In sommige islamitische landen wordt het ook gebruikt voor burgerlijke doeleinden, hoewel de meeste landen de gregoriaanse kalender gebruiken voor dagelijkse activiteiten.
De islamitische kalender speelt een cruciale rol in het leven van moslims wereldwijd. Het markeert belangrijke religieuze gebeurtenissen en helpt bij het organiseren van religieuze riten. Hoewel het verschilt van de zongebaseerde gregoriaanse kalender, blijft het een essentieel onderdeel van de islamitische cultuur en geschiedenis.
Opmerkingen (0)